Op weg naar Shangri-La
30 April 2018 | China, Shangri-La
De hele nacht leek het alsof er iemand illegaal zijn dure race auto aan het uitproberen was. Gas geven, accelereren en weer laten gaan, maar het is de wind die telkens aanwakkert en weer afzwakt. Over de rivier hangt een hangbrug en daar kan de wind z’n spel mee spelen. De brug hangt helemaal vol met Tibetaanse gebedsvlaggetjes. Ik ben hier niet zo goed in thuis maar de gids vertelt ons dat het de bedoeling is dat ze helemaal stuk wapperen en dat de gebeden zo hun vlucht kunnen nemen. In het hotel kun je kiezen voor een Tibetaans ontbijt. Ed gaat de uitdaging aan. De hele staf verzamelt zich om ons heen en er volgt een uitgebreide uitleg wat te doen. Van yak melk thee. en een soort van meel kneed je een bal en daarvan maak je kleine balletjes. Normaal eet je dat met kaas, maar dat hebben ze even niet, dus krijgt Ed jam. Ik ga voor het continental breakfast maar drink wel de thee. Deze wordt uit geschonken uit een prachtige gele aardewerken kan. Ed slaat zich er dapper doorheen , maar of het voor herhaling vatbaar is....,,Het hotel is een vreemde eend in de bijt. Eigenlijk ligt het moeder hotel in Mauritius. Het is mooi en vooral prachtig vormgegeven door iemand uit Kunming. Veel natuurlijke materialen en vooral aardetinten. De vorm van buiten is wel die van de traditionele huizen hier in het Tibetaanse deel. Zelfs de nieuwbouw heeft dit. Beneden zijn de huizen breder dan boven. Bij de rivier wordt veel gebouwd. Er zijn veel aardverschuivingen in de bergen en de overheid wil de mensen daar weg hebben. Maar velen willen niet weg van waar hun roots liggen en zij gaan vaak toch weer terug naar hun oude stek. Na het ontbijt is het tijd om te gaan. Onze gids is iets te vrijpostig vinden wij. Hij banjert overal doorheen. Is nog nooit in dit hotel binnen geweest. Oorspronkelijk zouden we wat verder weg in een vallei zitten, maar dat kon niet. Door de hele staf worden we uitgezwaaid. Zo leuk !!!!
Het gaat nog een stuk de berg op. Zo ga je naar Lhasa. We vragen of we kunnen kijken in het dorpje waar we oorspronkelijk aar toe zouden gaan. Het bleek wat lastig, maar op de terugweg zou het kunnen. Ik ben gewoon nieuwsgierig naar wat het is. Eerst gaan we naar een Tibetaans klooster. Van ver zien we de goudkleurige daken al afsteken tegen de lucht. Het weer is niet super mooi. Hier wordt echt gewoond en gewerkt. De binnenplaats wordt omgeven door drie houten vleugels en de hoofdhal ligt op het westen. De lama’s zijn in gesprek, dus mogen weer niet in. Maar.... met overschoenen mag je wel de verschillende verdiepingen bekijken en daar waar de raampjes open staan hoor je de mannen een soort van debatteren met elkaar. Even later blijken we enorme bofkonten te zijn want terwijl wat jonge, speelse lama’s elkaar achter na zitten op de binnenplaats en er wolken rook uit een schoorsteen komen, stromen de mannen naar buiten. Wat een machtig mooi gezicht. De slippers worden weer opgezocht, de mantels omgeslagen en ieder gaat z’n weegs in de tussentijd hebben we gezien hoe een man een schort voor deed, handschoenen aan en been kappen om. Knielend en liggend ging hij klokwijs de tempel om. We hebben het niet gezien, maar men zegt dat je in ieder geval drie maal rond moet gaan. Nog even een sanitaire stop en dan is het tijd om te gaan. Het hotel in het dorp is klein maar fijn. Waarom we hier niet terecht konden weten we niet want ze hadden maar drie kamers verhuurd. Misschien een blokboeking die niet door is gegaan. Anderhalf uur rijden naar Shangri La. De hoogste pas ligt op 3400 meter en dan ga je een stukje omlaag naar 3200. Het weer is wisselend. Daar waar het bij de Yangtze rivier warm is gaan we richting de kou. Deels door de hoogte maar ook omdat het echt een ander klimaat is. Ik domme een beetje weg, waardoor ik wel iets mis van de route, maar door de herrie van de wind en misschien ook de hoogte van rond de 2800 meter hebben er voor gezorgd dat ik niet zo heel goed heb geslapen. Ed dommelt mee terwijl er voor uit de auto heel veel geklets komt en gepling van binnenkomende berichtjes. Er aankomen bij Shangri-La is mooi. Afdalend vanuit de bergen zie je eerst een meer. Daarna een vlakte en dan de stad. Heel even is daar een glimp van de grote tempel. Lang niet zo imposant als het complex in Lhasa, maar voor ons is het groot. Op de een of andere manier heeft onze mr. Who er het steeds over dat ze ons naar het hotel zullen brengen en dat we dan de oude stad kunnen bezichtigen. Ik had gelezen dat ze ons naar de tempels konden en zouden brengen. Eerst komt er een vaag verhaal. Misschien omdat we allemaal trek in eten hebben. Dat blijkt heel gemakkelijk op te lossen door te stoppen bij een noodle tentje. Met frisse energie gaan we richting het complex. Er ligt water voor en via een looppad kun je er recht op aan lopen. Ondanks het grauwe weer is het mooi. Je proeft gelijk dag de sfeer hier anders is en de mensen ook. Kleurrijke dames zitten langs de trappen yoghurt van yakmelk te verkopen. Daar hebben we nou net geen trek in. Echt opdringerig zijn ze niet en ze kunnen wel lachen om ons Yakkiryogo als antwoord. Het complex is mooi. Ook hier mogen binnen geen foto’s gemaakt worden. We zullen het doen met de herinneringen. Ook hier kun je omhoog en buiten is het uitzicht bijzonder mooi. Af en toe is daar een waterig zonnetje. We merken dat onze gids ietwat ongeduldig lijkt te zijn, maar we trekken ons er niets van aan. Na vier gebouwen is het genoeg en dalen we voorzichtig af. Wanneer het regent, zowel in Chengdu als hier, lijkt het wel alsof er een laag zeep op de straat is terecht gekomen. Mr. Who wil toch nog even naar een apart gebouw waar veel Naxi’s naar toe gaan. Het is er klein maar fijn. Dan is het toch echt tijd om naar het hotel te gaan. De stad is niet zo groot en dat voelt goed aan. De architectuur is anders, maar wel mooi. Achter de toch al grote huizen is meestal nog een giga grote serre over meerdere verdiepingen aangebouwd. Bescherming tegen kou en wind? Ons hotel is niet zo bijzonder maar ligt aan een klein meertje cq. parkje. Beneden is het heel erg donker. Je krijgt een soort van Sovjet gevoel. Maar de kamer daarentegen is prima. Na installeren is het tijd voor een kleine verkenning. Bij een hippe tent drinken we een koffie. Grappig is dat de huidige woontrends zoals je bij ons ziet met veel planten in glazen hangers, kaartsystemen van zwart vierkant ijzer, kleuren als groen, oker etc. ook hier ziet. We zitten in Tibet, maar dan in de Yunnan provincie en daarom hoef je hier geen permit te hebben. Na de koffie zakken we af naar het oude gedeelte van de stad. Smalle straten met houten huizen met prachtig houtsnij werk. Het is niet warm, dus het is goed dat we warme kleren aan hebben. Bij het centrale plein klinkt knijterharde Chinese muziek en doet men oefeningen. Dit doet wel wat vreemd aan. We klimmen een heuvel op en daar staat een gigantisch grote gebedsmolen. Deze heeft groten lussen welke je kunt vastpakken en wanneer je dit doet is het de bedoeling dat je drie rondjes loopt. Soms is het zwaar omdat er bijna niemand loopt. Het lijkt erop dat er in ieder geval 1 man is die de molen draaiende houdt. We zitten op een bankje en aanschouwen het komen en gaan van mensen. Wel een beetje een deceptie wanneer blijkt dat bij het donker worden de heuvel uitgelicht gaat worden door een soort van lichtorgel. Het lijkt wel een soort van kermis attractie. Voor het eten vinden we een leuk tentje met een super aardig meisje. We eten een soort van Tibetaanse pizza, een soort van gevuld brood met groenten en gehakt en ei met tomaat en nog iets van groenten met rijst. Uitzicht op de molen welke steeds maar blijft draaien. We slenteren terug naar het hotel. Het kleine meertje is glad en dat geeft een mooie reflectie in het water. Ik vak als een blok in slaap. Geen hoofdpijn en slapeloosheid. Ed heeft voor zijn doen slecht geslapen en voelt zich ietwat rabbig. Misschien toch de hoogte.
Het gaat nog een stuk de berg op. Zo ga je naar Lhasa. We vragen of we kunnen kijken in het dorpje waar we oorspronkelijk aar toe zouden gaan. Het bleek wat lastig, maar op de terugweg zou het kunnen. Ik ben gewoon nieuwsgierig naar wat het is. Eerst gaan we naar een Tibetaans klooster. Van ver zien we de goudkleurige daken al afsteken tegen de lucht. Het weer is niet super mooi. Hier wordt echt gewoond en gewerkt. De binnenplaats wordt omgeven door drie houten vleugels en de hoofdhal ligt op het westen. De lama’s zijn in gesprek, dus mogen weer niet in. Maar.... met overschoenen mag je wel de verschillende verdiepingen bekijken en daar waar de raampjes open staan hoor je de mannen een soort van debatteren met elkaar. Even later blijken we enorme bofkonten te zijn want terwijl wat jonge, speelse lama’s elkaar achter na zitten op de binnenplaats en er wolken rook uit een schoorsteen komen, stromen de mannen naar buiten. Wat een machtig mooi gezicht. De slippers worden weer opgezocht, de mantels omgeslagen en ieder gaat z’n weegs in de tussentijd hebben we gezien hoe een man een schort voor deed, handschoenen aan en been kappen om. Knielend en liggend ging hij klokwijs de tempel om. We hebben het niet gezien, maar men zegt dat je in ieder geval drie maal rond moet gaan. Nog even een sanitaire stop en dan is het tijd om te gaan. Het hotel in het dorp is klein maar fijn. Waarom we hier niet terecht konden weten we niet want ze hadden maar drie kamers verhuurd. Misschien een blokboeking die niet door is gegaan. Anderhalf uur rijden naar Shangri La. De hoogste pas ligt op 3400 meter en dan ga je een stukje omlaag naar 3200. Het weer is wisselend. Daar waar het bij de Yangtze rivier warm is gaan we richting de kou. Deels door de hoogte maar ook omdat het echt een ander klimaat is. Ik domme een beetje weg, waardoor ik wel iets mis van de route, maar door de herrie van de wind en misschien ook de hoogte van rond de 2800 meter hebben er voor gezorgd dat ik niet zo heel goed heb geslapen. Ed dommelt mee terwijl er voor uit de auto heel veel geklets komt en gepling van binnenkomende berichtjes. Er aankomen bij Shangri-La is mooi. Afdalend vanuit de bergen zie je eerst een meer. Daarna een vlakte en dan de stad. Heel even is daar een glimp van de grote tempel. Lang niet zo imposant als het complex in Lhasa, maar voor ons is het groot. Op de een of andere manier heeft onze mr. Who er het steeds over dat ze ons naar het hotel zullen brengen en dat we dan de oude stad kunnen bezichtigen. Ik had gelezen dat ze ons naar de tempels konden en zouden brengen. Eerst komt er een vaag verhaal. Misschien omdat we allemaal trek in eten hebben. Dat blijkt heel gemakkelijk op te lossen door te stoppen bij een noodle tentje. Met frisse energie gaan we richting het complex. Er ligt water voor en via een looppad kun je er recht op aan lopen. Ondanks het grauwe weer is het mooi. Je proeft gelijk dag de sfeer hier anders is en de mensen ook. Kleurrijke dames zitten langs de trappen yoghurt van yakmelk te verkopen. Daar hebben we nou net geen trek in. Echt opdringerig zijn ze niet en ze kunnen wel lachen om ons Yakkiryogo als antwoord. Het complex is mooi. Ook hier mogen binnen geen foto’s gemaakt worden. We zullen het doen met de herinneringen. Ook hier kun je omhoog en buiten is het uitzicht bijzonder mooi. Af en toe is daar een waterig zonnetje. We merken dat onze gids ietwat ongeduldig lijkt te zijn, maar we trekken ons er niets van aan. Na vier gebouwen is het genoeg en dalen we voorzichtig af. Wanneer het regent, zowel in Chengdu als hier, lijkt het wel alsof er een laag zeep op de straat is terecht gekomen. Mr. Who wil toch nog even naar een apart gebouw waar veel Naxi’s naar toe gaan. Het is er klein maar fijn. Dan is het toch echt tijd om naar het hotel te gaan. De stad is niet zo groot en dat voelt goed aan. De architectuur is anders, maar wel mooi. Achter de toch al grote huizen is meestal nog een giga grote serre over meerdere verdiepingen aangebouwd. Bescherming tegen kou en wind? Ons hotel is niet zo bijzonder maar ligt aan een klein meertje cq. parkje. Beneden is het heel erg donker. Je krijgt een soort van Sovjet gevoel. Maar de kamer daarentegen is prima. Na installeren is het tijd voor een kleine verkenning. Bij een hippe tent drinken we een koffie. Grappig is dat de huidige woontrends zoals je bij ons ziet met veel planten in glazen hangers, kaartsystemen van zwart vierkant ijzer, kleuren als groen, oker etc. ook hier ziet. We zitten in Tibet, maar dan in de Yunnan provincie en daarom hoef je hier geen permit te hebben. Na de koffie zakken we af naar het oude gedeelte van de stad. Smalle straten met houten huizen met prachtig houtsnij werk. Het is niet warm, dus het is goed dat we warme kleren aan hebben. Bij het centrale plein klinkt knijterharde Chinese muziek en doet men oefeningen. Dit doet wel wat vreemd aan. We klimmen een heuvel op en daar staat een gigantisch grote gebedsmolen. Deze heeft groten lussen welke je kunt vastpakken en wanneer je dit doet is het de bedoeling dat je drie rondjes loopt. Soms is het zwaar omdat er bijna niemand loopt. Het lijkt erop dat er in ieder geval 1 man is die de molen draaiende houdt. We zitten op een bankje en aanschouwen het komen en gaan van mensen. Wel een beetje een deceptie wanneer blijkt dat bij het donker worden de heuvel uitgelicht gaat worden door een soort van lichtorgel. Het lijkt wel een soort van kermis attractie. Voor het eten vinden we een leuk tentje met een super aardig meisje. We eten een soort van Tibetaanse pizza, een soort van gevuld brood met groenten en gehakt en ei met tomaat en nog iets van groenten met rijst. Uitzicht op de molen welke steeds maar blijft draaien. We slenteren terug naar het hotel. Het kleine meertje is glad en dat geeft een mooie reflectie in het water. Ik vak als een blok in slaap. Geen hoofdpijn en slapeloosheid. Ed heeft voor zijn doen slecht geslapen en voelt zich ietwat rabbig. Misschien toch de hoogte.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley